Was de witloofstronkjes en haal het bittere witte hart er uit.
Smelt een beetje boter, en stoof het witloof met wat peper en zout zachtjes gaar.
Zet het deksel er op en zorg dat er voldoende water en stoom aanwezig is.
Wanneer ze helemaal zacht en glazig zijn draai je elk stronkje in een snede gekookte hesp en schik je ze in een vuurvaste schotel.
Voor de bechamelsaus smelt je de boter voorzichtig tot ze lopend is.
Haal van het vuur, en meng er dan de bloem door met een klopper.
Voeg al roerend de melk en de room er door en breng op smaak met flink wat nootmuskaat, peperen zout. Zet op een zacht vuurtje en roer er bijna alle gemalen kaas door tot je een gladde, lopende kaassaus krijgt.
Giet deze saus over de hesprolletjes, bestrooi met paneermeel en de overige gemalen kaas en plaats ong. 15 minuten in een warme oven van 200°C.
Laat vervolgens nog 5 minuten gratineren onder de grill.
Opdienen met aardappelpuree.
