Smelt 100 gram boter. Doe er de bloem bij. Laat het mengsel enkele minuten bakken. Roer regelmatig om.
Voeg er al roerend de Campina Joyvalle Volle Melk aan toe tot je een dikke saus krijgt. Neem van het vuur.
Roer er de 100 ml Campina Volle Room, de eierdooiers, de trassi en het citroensap onder.
Breng verder op smaak met peper zout.
Spatel er tenslotte de grijze garnalen onder.
Vet een bakplaat in met 1 eetlepel zonnebloemolie. Stort het garnalenmengsel op de bakplaat en strijk glad. Laat volledig afkoelen in de koelkast.
Rol kleine ronde kroketten van het deeg.
Haal ze achtereenvolgens door bloem, eiwitten en paneermeel.
Bak de kroketjes in de friteuse op 180°C gedurende 5 à 6 minuten tot ze goudbruin kleuren.
Verdeel voor de dips 300 ml Campina Volle Room over drie kommetjes.
Voeg aan elke portie room tuinkruiden of ketchup of mangochutney toe.
Breng de dips op smaak met Piment d’Espelette, peper en zout.
Smelt 100 gram boter. Doe er de bloem bij. Laat het mengsel enkele minuten bakken. Roer regelmatig om.
Voeg er al roerend de Campina Joyvalle Volle Melk aan toe tot je een dikke saus krijgt. Neem van het vuur.
Roer er de 100 ml Campina Volle Room, de eierdooiers, de trassi en het citroensap onder.
Breng verder op smaak met peper zout.
Spatel er tenslotte de grijze garnalen onder.
Vet een bakplaat in met 1 eetlepel zonnebloemolie. Stort het garnalenmengsel op de bakplaat en strijk glad. Laat volledig afkoelen in de koelkast.
Rol kleine ronde kroketten van het deeg.
Haal ze achtereenvolgens door bloem, eiwitten en paneermeel.
Bak de kroketjes in de friteuse op 180°C gedurende 5 à 6 minuten tot ze goudbruin kleuren.
Verdeel voor de dips 300 ml Campina Volle Room over drie kommetjes.
Voeg aan elke portie room tuinkruiden of ketchup of mangochutney toe.
Breng de dips op smaak met Piment d’Espelette, peper en zout.