Warm de melk op in een pan.
Haal de lauwe melk van het vuur en meng er de suiker en gist onder.
Zorg ervoor dat de suiker en gist goed opgelost zijn in de melk.
Neem een kom en meng er de bloem in samen met het zout.
Voeg de melk én een ei voorzichtig toe aan de bloem.
Meng tot je een stevig deeg krijgt.
Bedek het deeg met een schone handdoek en laat een uurtje rusten.
Ga intussen met de peren aan de slag.
Schil de peren en snijd ze in de lengte doormidden.
Verwarm een pan en doe er de peren, honing en kaneelstokjes in.
Snijd het vanillestokje in de lengte en haal er de zaadjes uit.
Voeg de vanillezaadjes toe aan de peren in de pan.
Voeg het water toe aan de pan en laat zachtjes pruttelen gedurende 45 tot 60 minuten.
Check of de peren al gaar zijn met het puntje van een mes.
Doe ondertussen het deeg in een spuitzak.
Spuit kleine bolletjes van het deeg in een ingevette pan (voor ⅔ van de oppervlakte).
Laat de poffertjes bakken op een middelhoog vuur.
Zie je bubbeltjes op de poffertjes? Tijd om ze eens om te draaien.
Laat ze nog een minuut bakken.
Herhaal vanaf stap 16 tot al het deeg is gebakken.
Serveer de poffertjes met een streepje ahornsiroop. Snijd intussen de peren in stukjes en serveer ze bij de poffertjes.
Bewaar de poffertjes in een afgesloten bewaardoos gedurende 24 uur.
