Verwarm de oven voor op 200° C.
Schroei de rundsfilet toe in een beetje olijfolie tot hij goudbruin ziet aan alle zijden. Haal hem uit de pan en laat uitlekken op keukenpapier.
Snij de champignon in dunne schijfjes en hak de sjalot fijntjes.
Bak de fijngehakte sjalot samen met de boter in een braadpan. Voeg de champignons toe en laat het champignonmengsel goed braden.
Rol het bladerdeeg uit. Leg er de koude champignons over, samen met de rundsfilet. Kruid met zout en peper.
Rol het bladerdeeg helemaal om het vlees.
Kleef de uiteinden van het deeg toe met het eigeel. Wrijf ook de bovenzijde van de rol in.
Leg de rol op een bakplaat of in een ovenschaal en plaats in de voorverwarmde oven voor 20 minuten.
Breng een halve liter water aan de kook en los er het bouillonblokje in op. Neem een steelpan en smelt er de boter in. Voeg de bloem toe en meng met de boter. Let op: zorg ervoor dat het papje niet aan de pan blijft kleven door regelmatig te roeren.
Giet er 200 ml van de bouillon bij.
Breng de saus al roerend aan de kook. Voeg nu ook de room, peperbolletjes en cognac toe. Laat het geheel nog even doorkoken. Is de saus te dik? Voeg dan nog een beetje bouillon toe.
Afkruiden met zout.
